De eerste en belangrijkste tip blijft ’Lees en volg het etiket’!
Volg bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen steeds de gebruiksaanwijzing. Op het etiket en de eventuele bijsluiter lees je ook welke voorzorgsmaatregelen noodzakelijk zijn voor een veilig gebruik.
Soms zijn verschillende gewasbeschermingsmiddelen op basis van eenzelfde werkzame stof niet voor dezelfde doeleinden toegelaten. Ook de giftigheid van die middelen kan verschillen. Voor elk middel moet de gebruiker zich houden aan de voorwaarden die bij de toelating werden opgelegd. Het is ook niet de bedoeling om verschillende gewasbeschermingsmiddelen op basis van dezelfde werkzame stof in eenzelfde teelt te gebruiken. Bij de risicobeoordeling wordt er immers van uitgegaan dat er maar één product wordt gebruikt.
Door de volgende aandachtspunten in acht te nemen minimaliseer je de risico’s voor jezelf en je omgeving vóór, tijdens en na de behandeling.
Vóór de behandeling
- Controleer of het product dat je wil gebruiken is toegelaten in de betrokken teelt en voor de beoogde toepassing. Lees na welke risicobeperkende maatregelen van toepassing zijn. Deze informatie vind je op Fytoweb (toelatingen raadplegen).
- Hou rekening met de weersomstandigheden.
De optimale temperatuur om gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken ligt tussen 5 en 20°C.
Om het beste resultaat te bekomen is het aangewezen om ’s ochtends of ’s avonds te behandelen, wanneer er een luchtvochtigheid van minstens 60% heerst.
Behandel niet wanneer het regent of wanneer regen wordt aangekondigd, omdat de toegepaste gewasbeschermingsmiddelen dan worden weggespoeld en minder resultaat zullen geven. Bovendien komen ze dan in het leefmilieu terecht, meer bepaald het oppervlakte- of grondwater.
Om dezelfde reden is het niet aangewezen om te behandelen bij hevige wind (meer dan 10-15 km/u). - Lees de instructies op het etiket vóór het maken van de spuitoplossing en respecteer ze.
- Vermijd overschotten, bereken vooraf goed de nodige hoeveelheden.
- Zorg ervoor dat het spuitmateriaal in goede staat is en goed werkt.
Tijdens de behandeling
- Algemeen geldt dat je niet mag eten, roken of drinken tijdens het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
- Gebruik waar mogelijk een tractor met gesloten cabine, die je beschermt tegen spuitnevels.
- Zorg ervoor dat je aangepaste kledij draagt die zorgt voor een optimale bescherming, vanaf het moment dat je de verpakking opent. Op het etiket staat aangeduid om welke beschermende kledij het gaat. De huid is een belangrijke toegangsweg voor gewasbeschermingsmiddelen tot het lichaam. Gebruik chemisch bestendige handschoenen. Deze herken je aan één van de onderstaande pictogrammen. Deze handschoenen bedekken de voorarmen (ze zijn dus ca. 30 cm lang) en zijn gemaakt van nitril of neopreen.
- Bij de toepassing dien je aandacht te besteden aan eventuele aanpalende teelten, privéterreinen, taluds, waterlopen en oppervlakken met groot risico op afspoeling naar oppervlaktewater. Let op dat toevallige voorbijgangers niet in een spuitnevel terechtkomen.
- Op het etiket staat ook aangegeven welke risicobeperkende maatregelen je moet aanhouden ter bescherming van waterorganismen in nabijgelegen oppervlaktewater (grachten, vijvers,…). Er geldt altijd minstens een standaardbufferzone van 1 meter voor horizontale teelten en 3 meter voor verticale teelten wanneer het middel toegepast wordt door bespuiting.
- Wees extra voorzichtig in geval van technische defecten: voer geen reparaties uit zonder beschermende kledij en vergeet niet het toestel uit te zetten of de druk af te laten vooraleer je tot reparatie overgaat.
Na de behandeling
- Indien je na de behandeling toch nog overschotten aan spuitoplossing hebt, dan kan je deze ruim aanlengen met water en vervolgens verspuiten op het reeds behandelde gewas; door het aanlengen zal deze tweede behandeling geen nadelige effecten hebben.
- Bewaar gewasbeschermingsmiddelen steeds in hun originele verpakking.
- Lege verpakkingen dien je te spoelen en te verwijderen conform de gewestelijke wetgeving. Het is ook aangeraden je spuittoestel te spoelen, zodat dit klaar is voor een volgend gebruik met eventueel een ander gewasbeschermingsmiddel. Indien resten van een onkruidbestrijdingsmiddel aanwezig blijven, kunnen deze bij een volgende bespuiting op je gewassen terechtkomen en daar nadelige effecten veroorzaken.
- Hou je beschermende kledij aan tot al het materiaal is gereinigd en opgeruimd.
- Bij het uittrekken van beschermende kledij en handschoenen dien je alle contact met de buitenkant ervan te vermijden, zoniet riskeer je alsnog gewasbeschermingsmiddelen via de huid van je handen op te nemen. Wanneer je de beschermende kledij wast, doe je dat best niet samen met andere kledij.
- Nadat je gestopt bent met de behandeling neem je best een douche, of was je tenminste je handen en gezicht. Zie ook het etiket van het gewasbeschermingsmiddel voor eventuele bijkomende voorgeschreven maatregelen.
- Zorg ervoor dat de wachttijden voor herbetreding (vermeld op het etiket) worden gerespecteerd. Licht medewerkers en familieleden in over de behandeling en de daaraan verbonden risico’s.
- Op het etiket van sommige producten staat expliciet vermeld dat beschermingskledij ook nodig is tijdens de inspectie/onderhoud/manipulatie/oogst van het behandelde gewas. In zo’n geval is het belangrijk dat ook arbeiders die oogsten of werkzaamheden uitvoeren in het gewas hiervan op de hoogte zijn en de juiste beschermingskledij dragen om blootstelling te vermijden.
- Geef of verkoop nooit gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik aan particulieren!
Werd je toch blootgesteld aan een gewasbeschermingsmiddel? Bel het Antigifcentrum!
Wanneer jij of iemand in je omgeving werd blootgesteld aan een gewasbeschermingsmiddel, bel dan steeds het Antigifcentrum op het gratis nummer 070 245 245, ook wanneer er (nog) geen symptomen zijn. Hou indien mogelijk de verpakking bij de hand om alle nuttige informatie over het product te kunnen geven. Het Antigifcentrum zal je informeren over de ernst van de situatie, de te verwachten symptomen en zal je indien nodig adviseren om een arts te raadplegen.
Nuttige informatie voor het Antigifcentrum/de arts:
- Hoe oud is het slachtoffer: gaat het om een kind of een volwassene?
- Welk product heeft de vergiftiging veroorzaakt? (naam, toelatingsnummer of UFI-code: zie verpakking of bijsluiter)
- Over hoeveel product gaat het?
- Wat is er precies gebeurd (ongeval,...)? Op welke manier is het slachtoffer blootgesteld (contact met de huid, ogen, inademing,...)?
- Stel je ziekteverschijnselen vast, zo ja, welke? (bijv. misselijkheid, irritatie, braken,…)
Hou de verpakking van het betrokken product bij de hand.
Meer informatie: https://www.antigifcentrum.be/