Retributies en bijdragen

Retributies

Voor het behandelen van de aanvraag door onze dienst wordt een retributie gevraagd. De retributies dekken de kosten voor de behandeling van de aanvraag en worden gestort in het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten. Ze zijn wettelijk vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 13 november 2011.

Een overzichtstabel van de huidige retributies voor alle aanvraagtypes vindt u in bijlage 2 van onze gids.

Jaarlijkse bijdrage

Er moet jaarlijks een bijdrage betaald worden voor elk gewasbeschermingsmiddel dat toegelaten is op de Belgische markt. Deze bijdrage is evenredig met de verkochte hoeveelheden en met de risico’s verbonden aan het gebruik van deze middelen. Voor middelen die in een bepaald jaar niet verkocht zijn, wordt een minimum bijdrage gevraagd. De jaarlijkse bijdrage is hoger voor gewasbeschermingsmiddelen voor amateurgebruikers dan voor de middelen bestemd voor professionele gebruikers.

Het KB van 13 november 2011 voorziet in art. 3 §4 dat het bedrag van de jaarlijkse bijdrage op de factuur moet vermeld worden.

De bijdrage wordt gestort in het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten. Via de tussenkomst van dit fonds worden de bijdragen gebruikt om de goede werking van onze dienst te ondersteunen, dit vooral door de financiering van extra personeelsleden. De bijdragen worden ook gebruikt om studies te financieren ter ondersteuning van aanvragen voor het toelaten van middelen in kleine teelten. Hiernaast worden ook studies die het evalueren van gewasbeschermingsmiddelen kunnen verbeteren en beleidsondersteunende studies gefinancierd.

Wie moet aangifte doen?

Iedereen die een bepaald gewasbeschermingsmiddel voor het eerst op de Belgische markt brengt, moet aangifte doen van deze verkoop. Deze aangiftes van een volledig jaar moeten worden verzameld en samengevat per middel op het voorziene aangifteformulier. In januari moet de aangifte voor het voorgaande jaar doorgestuurd worden naar onze dienst. De Dienst groepeert deze aangiftes en stuurt de afrekening naar de toelatingshouder. Het is de toelatingshouder die de jaarlijkse bijdrage moet betalen (na ze geïnd te hebben bij zijn afnemers). Voor middelen die na verkoop op de Belgische markt weer uitgevoerd worden, kan een teruggave van de jaarlijkse bijdrage gevraagd worden.

Hier vindt u het aangifteformulier.

Berekeningswijze vanaf 29/07/2019

De berekening van de jaarlijkse bijdrage is gebaseerd op

  • de verkochte hoeveelheden (die jaarlijks worden opgegeven in toepassing van het KB van 28/02/1994) en
  • de gevarenpictogrammen die voorzien zijn in de etikettering op basis van de Europese Verordening 1272/2008 en die weergegeven worden op de toelatingsakte van gewasbeschermingsmiddelen. Aan elk pictogram wordt een aantal punten toegekend.

Op deze manier is de jaarlijkse bijdrage groter naarmate er meer wordt verkocht en het product gevaarlijker is.

Elk gewasbeschermingsmiddel voor professioneel gebruik krijgt 1 basispunt, elk gewasbeschermingsmiddel voor niet-professioneel gebruik krijgt 0,1 basispunt. Deze basispunten worden verhoogd met het aantal punten toegekend aan de gevarenpictogrammen voorzien in de etikettering.

In de tabel hieronder wordt aangegeven voor hoeveel punten deze pictogrammen meetellen.

 

Gevarenpictogram

Aantal punten

Middelen voor professioneel gebruik

Middelen voor niet-professioneel gebruik

GHS02
Ontvlambaar (GHS02)

1

2,4

GHS04
Houder onder druk (GHS04)

1

2,4

GHS05
Corrosief (GHS05)

1,5

2,4

GHS06
Giftig (GHS06)

1,5

Middelen met dit pictogram worden niet toegelaten voor niet-professioneel gebruik

GHS07
Irriterend / Schadelijk (GHS07)

1

2,4

GHS08
Lange termijn gevaarlijk (GHS08)

1,4

2,4

GHS09
Milieugevaarlijk (GHS09)

1

2,4

Overzichtstabellen met de retributiepunten

De lijst met rebtributiepunten kan u hier terugvinden.

Bijdrage

Voor gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik moet er per verkochte kg of L en per punt 4 eurocent worden betaald, voor middelen voor niet-professioneel gebruik is dit  21 eurocent.

Voor elk product geldt een minimale jaarlijkse bijdrage van 300 euro voor professionele middelen en van 450 euro voor middelen voor niet-professioneel gebruik.