Verordening (EU) 2019/1009 van 5 juni 2019 tot vaststelling van voorschriften inzake het op de markt aanbieden van EU-bemestingsproducten is op 16 juli 2022 in werking getreden.
Verordening (EU) 2019/1009 harmoniseert de Europese markt voor bemestingsproducten en vervangt Verordening (EG) nr. 2003/2003 inzake meststoffen.
De nationale wetgeving blijft echter bestaan naast Verordening (EU) 2019/1009. Alle producten die zijn toegelaten overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 januari 2013 betreffende het in de handel brengen en het gebruiken van meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten, kunnen verder in de handel worden gebracht onder de voorwaarden van dit besluit.
Verordening (EU) 2019/1009 is facultatief. Dit betekent dat de fabrikant kan kiezen of hij de nationale dan wel de EU-regelgeving volgt. In sommige gevallen zal het alleen op grond van de nationale wetgeving mogelijk zijn een product op de markt te brengen.
Sinds 16 juli 2022 mogen de producten overeenkomstig Verordening (EU) 2019/1009 op de markt worden gebracht.
De bijlagen bij de verordening bestaan uit 5 delen:
1. Productfunctiecategorieën (PFC's)
Alle producten die op de markt worden gebracht, worden ingedeeld in een "productfunctiecategorie (PFC)". De producten moeten onder deze naam in de handel worden gebracht.
- PFC 1: organische, organo-minerale en anorganische meststof
- PFC 2: kalkmeststof
- PFC 3: bodemverbeteraar
- PFC 4: groeimedium
- PFC 5: remmer
- PFC 6: biostimulant voor planten
- PFC 7: bemestingsproductenblend
2. Bestanddelencategorieën (Component Material Categories – CMC’s)
De voor de vervaardiging van PFC's gebruikte grondstoffen moeten voldoen aan de eisen voor één of meer van de "bestanddelencategorieën (CMC’s)". 15 CMC's zijn momenteel in de verordening opgenomen. Andere CMC's zullen de verordening in de loop van de tijd vervolledigen.
- CMC 1: stoffen en mengsels als primair materiaal
- CMC 2: planten, delen van planten of plantenextracten
- CMC 3: compost
- CMC 4: digestaat van verse gewassen
- CMC 5: ander digestaat dan digestaat van verse gewassen
- CMC 6: bijproducten van de levensmiddelenindustrie
- CMC 7: micro-organismen
- CMC 8: nutriëntenpolymeren
- CMC 9: andere polymeren dan nutriëntenpolymeren
- CMC 10: afgeleide producten in de zin van Verordening (EG) nr. 1069/2009
- CMC 11: bijproducten in de zin van Richtlijn 2008/98/EG
- CMC 12: neergeslagen fosfaatzouten en derivaten daarvan (struviet)
- CMC 13: thermische-oxidatiematerialen en derivaten daarvan (assen)
- CMC 14: via pyrolyse en vergassing verkregen materialen (biochar)
- CMC 15: teruggewonnen zeer zuivere materialen
Op te merken valt dat CMC 10 nog moet worden aangepast door toevoeging van de conformiteitscriteria. Zolang deze criteria ontbreken is er geen conformiteitsbeoordeling mogelijk.
3. Etiketteringsvoorschriften en -toleranties
De gegevens die op het etiket van een product moeten of mogen worden vermeld, zijn opgenomen in bijlage III. De CE-markering moet op het etiket worden aangebracht om aan te duiden dat het gaat om een EU-bemestingsproduct. De Europese Commissie heeft een gids inzake etikettering gepubliceerd.
De toleranties zijn vermeld in bijlage III, deel III. Nieuw is dat de tolerantiemarges voor de aangegeven parameters in dit deel negatieve en positieve waarden zijn. Het werkelijke gehalte van een bestanddeel van een EU-bemestingsproduct, waarvoor in bijlage I of bijlage II een minimum- of maximumgehalte is vastgesteld, mag nooit lager dan het minimumgehalte of hoger dan het maximumgehalte zijn.
In België moeten de etiketten en folders minstens worden opgesteld in de taal of de talen van het taalgebied waar het product op de markt wordt aangeboden.
4. Conformiteitsbeoordeling
De conformiteitsbeoordeling kan op 4 manieren gebeuren:
- Interne productiecontrole (module A)
- EU-typeonderzoek door een derde partij (module B), gevolgd door interne productiecontrole (module C)
- Kwaliteitsborging van het productieproces met beoordeling en toezicht door een derde partij (module D1)
- Interne productiecontrole met producttests onder toezicht van een derde partij (module A1)
Bijlage IV van Verordening (EU) 2019/1009 bevat een gedetailleerde beschrijving van de stappen die voor elke module moeten worden ondernomen. De aard van de evaluatie wordt bepaald door de PFC of CMC van het product.
Bij module A bestaat de opvolging uit een interne evaluatie van de productie (of zelfevaluatie).
Fabrikanten van bemestingsproducten moeten beroep doen op een aangemelde instantie wanneer hun producten moeten worden gecertificeerd volgens module A1, module B + C en module D1. Certificering door een derde partij moet gebeuren via een aangemelde conformiteitsbeoordelingsinstantie (aangemelde instantie). Hier vindt u een gedetailleerde lijst van de te kiezen modules naargelang het bemestingsproduct.
De certificering kan geschieden via een in de Europese Unie gevestigde aangemelde instantie die in de lijst op de website Notified Bodies Nando vermeld wordt.
Elke conformiteitsbeoordelingsinstantie die een aangemelde instantie wenst te worden, dient de aanmeldingsprocedure te volgen die hier is beschreven.
Opgelet: deze aanmeldingsprocedure is niet van toepassing op fabrikanten van bemestingsproducten: een fabrikant die zijn bemestingsproducten wil laten certificeren, dient hiervoor contact op te nemen met een aangemelde instantie.
5. EU-conformiteitsverklaring
De EU-conformiteitsverklaring moet door de fabrikant van het bemestingsproduct worden ingevuld op basis van de technische documentatie die hij heeft samengesteld. De fabrikant neemt daarmee de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van zijn product met de eisen van Verordening (EU) 2019/1009. Bijlage V van deze verordening bevat het modeldocument voor de EU-conformiteitsverklaring.
De technische documentatie en de EU-conformiteitsverklaring moeten ter beschikking van de controleurs van het FAVV worden gesteld in het kader van hun controleopdrachten.
Opmerking: de EU-conformiteitsverklaring is een ander document dan het productetiket.
In België moeten de EU-conformiteitsverklaringen minstens worden opgesteld in de taal of de talen van het taalgebied waar het product op de markt wordt aangeboden.
Aanvullende informatie
Deze presentatie bevat een reeks aanvullende gegevens: een samenvatting van de normen en enkele concrete gevallen.
De FAQ van de Europese Commissie geeft verdere verduidelijking over diverse onderwerpen.
In het kader van de "nitraatrichtlijn" volgen de gewestelijke overheden de hoeveelheden van de meststoffen die op de markt gebracht worden op. Meer informatie hierover is te vinden op de volgende website:
Verordening (EU) 2019/1009 en andere wetgeving
Koninklijk besluit van 16/01/2006 tot vaststelling van de nadere regels van de erkenningen, toelatingen en voorafgaande registraties afgeleverd door het FAVV
Elke fabrikant die een EU bemestingsproduct op de markt brengt moet zich bij het FAVV registreren. Meer informatie hierover vindt u terug op de website van het FAVV.
Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen
Producten die voldoen aan de eisen van Verordening (EU) 2019/1009 worden niet langer als afval beschouwd, d.w.z. dat er geen bijkomende regels zijn die het verkeer van deze producten op de Europese markt belemmeren. Voor deze producten is Richtlijn 2008/98/EG van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen niet langer van toepassing.
Verordening (EG) nr. 1069/2009 "dierlijke bijproducten"
Producten die voldoen aan de eisen van Verordening (EU) 2019/1009 hoeven niet langer te voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten.
Verordening (EG) nr. 1907/2006 "Reach"
Bepaald bemestingsproducten die in de handel worden gebracht, moeten voldoen aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen.
Verordening (EG) nr. 1107/2009 "gewasbeschermingsmiddelen"
Een product dat valt onder het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen, is automatisch uitgesloten van Verordening (EU) 2019/1009. Het mengsel "bemestingsproduct + gewasbeschermingsmiddel" valt onder de nationale regelgeving.
Andere voorschriften
Verordening (EG) nr. 834/2007 van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten wordt niet gewijzigd en blijft volledig van toepassing.
De uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 91/676/EEG inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen worden niet gewijzigd en blijven volledig van toepassing.