Vervanging van bepaalde gewasbeschermingsmiddelen door minder schadelijke alternatieven

18/03/2015

Vanaf 1 augustus 2015 zal de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu een aantal gewasbeschermingsmiddelen geleidelijk aan vervangen door middelen die minder belastend voor het milieu en de gezondheid of door niet-chemische preventie- of bestrijdingsmethoden. Dit zal gebeuren op basis van een grondige vergelijkende evaluatie, die er ook over waakt dat de bescherming van onze teelten doeltreffend blijft.

Op 12/03/2015 heeft de Europese Commissie een eerste lijst gepubliceerd van 77 werkzame stoffen voor gewasbescherming, die in aanmerking komen om door alternatieve middelen of bestrijdings- of preventiemethoden te worden vervangen (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2015/408). Het gaat om stoffen met bepaalde ongewenste eigenschappen: ze zijn bijvoorbeeld veel schadelijker voor de gezondheid dan de meeste andere werkzame stoffen, ze breken moeilijk af in het milieu en zijn bovendien giftig of ze houden een hoog risico voor grondwatercontaminatie in.

Wanneer een lidstaat een toelatingsaanvraag voor een gewasbeschermingsmiddel met één van deze stoffen ontvangt, zal hij dit middel moeten vergelijken met de andere die al voor hetzelfde gebruik zijn toegelaten. Als de risicobeoordeling aantoont dat een bestaand product aanzienlijk veiliger voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu is, dan zal het nieuwe middel niet worden toegelaten. Dit geldt trouwens ook als er een alternatieve niet-chemische bestrijdings- of preventiemethode bestaat. Omdat de eventuele vervanging van ieder betrokken gewasbeschermingsmiddel apart wordt beoordeeld, zal dit proces heel geleidelijk verlopen.

De vergelijkende evaluatie houdt een aantal belangrijke voorwaarden in. Zo mag een eventuele vervanging niet nadelig zijn voor de ‘kleine toepassingen’, bijvoorbeeld in teelten met een klein areaal, waarvoor al te weinig gewasbeschermingsmiddelen beschikbaar zijn. Ze mag bovendien geen significante economische of praktische nadelen inhouden. Tot slot moet een voldoende divers aanbod aan middelen met een verschillende werking behouden blijven, om het risico op resistentie van plagen en ziekten te verminderen.

Deze werkwijze zal dus toelaten om verder te evolueren naar een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, zonder de doeltreffendheid van de bescherming van onze gewassen in gevaar te brengen.

Belangrijk om weten is dat de stoffen die in aanmerking komen om te worden vervangen, niet worden verboden. Deze stoffen zijn goedgekeurd op het niveau van de Europese Unie, omdat is aangetoond dat ze wel degelijk op een veilige manier kunnen worden gebruikt.  Ze voldoen immers aan dezelfde normen als alle andere toegelaten middelen.

Deel deze pagina