Middelen voor niet-professioneel gebruik

Er bestaan specifieke vereisten betreffende de gewasbeschermingsmiddelen die bestemd zijn voor niet-professionele gebruikers (amateurgebruikers) en betreffende de verpakkingen van deze middelen. Deze vereisten worden in detail beschreven in deze gids.

Een gewasbeschermingsmiddel kan niet voor een niet-professioneel gebruik (amateurgebruik) worden toegelaten als het wordt ingedeeld in een of meerdere van de volgende gevarenklassen en gevarencategorieën:

  • Ontplofbaar
  • Zelfontledende stof of mengsel
  • Voor zelfverhitting vatbare stof of mengsel Cat. 1
  • Organische peroxiden (Type A/B/C/D/E/F)
  • Ontvlambaar gas Cat. 1 + Cat.2
  • Ontvlambare vloeistoffen Cat. 1
  • Ontvlambare vaste stoffen Cat. 1
  • Acute toxiciteit Cat. 1 + Cat. 2 + Cat. 3
  • Huidcorrosie Cat. 1,
  • Kankerverwekkendheid Cat. 1A/B
  • Mutageniteit in geslachtscellen Cat. 1A/B
  • Voortplantingstoxiciteit Cat. 1A/B
  • Specifieke doelorgaantoxiciteit STOT SE 1 + STOT RE 1

Bovendien wordt de evaluatie van de blootstelling van de niet-professionele gebruikers verricht aan de hand van striktere modelparameters dan deze gebruikt voor de professionele gebruikers. Het model dat in België wordt gebruikt is het EFSA-model waarbij de gebruiker als enige uitrusting een T-shirt, een short, sandalen en handschoenen draagt (dit is een “worst case” situatie die echter niet aan te bevelen is). Een gewasbeschermingsmiddel wordt niet toegelaten voor niet-professioneel gebruik indien de blootstellingsevaluatie aantoont dat andere beschermingsmiddelen, zoals extra kledij of ademhalingsbescherming, gedragen moeten worden om een aanvaardbaar risiconiveau te bereiken.

Bovendien worden toevoegingsstoffen, die het mogelijk maken om de werking van gewasbeschermingsmiddelen te bevorderen, niet toegestaan voor een niet-professioneel gebruik.

Voor elk ander gewasbeschermingsmiddel dat bestemd is voor niet-professioneel gebruik, worden de volgende aspecten onderzocht:

  • de verpakking,
  • de formulering en
  • de toepassingswijze.

Het niveau van blootstelling voor de niet-professionele gebruiker en het milieu moet aanvaardbaar zijn.

Vereisten betreffende de verpakkingen

Voor de verpakkingen van de gewasbeschermingsmiddelen die bestemd zijn voor niet-professionele gebruikers dienen de volgende punten te worden nageleefd (zie checklist (gids bijlage 9)):

  • behandeling van een oppervlakte van max. 5 are,
  • een afsluitdop voor flesjes,
  • een veiligheidssysteem voor de spuitbussen (bijvoorbeeld van het type on/off),
  • een verpakking die herhaaldelijke malen kan worden gesloten voor vaste formuleringen (indien niet in flesvorm aangeboden, voorzien bv. van een sticker, een klem, …).

Volgens het risico dat samenhangt met het middel, zullen er verschillende soorten verpakkingen kunnen worden opgelegd. De vloeibare formuleringen moeten in een fles aangeboden worden die gemakkelijk volledig kan worden geleegd. Voor alle andere soorten verpakkingen van het middel, kan er een afwijking op basis van een argumentatie van de aanvrager worden toegekend.

  • De inhoud van de verpakking van de middelen die in mono-doses verkrijgbaar zijn (bv. WG in wateroplosbare zakjes) moet worden aangepast aan de oppervlakte die zal worden behandeld teneinde te voorkomen dat deze zakjes onvolledig zouden worden geopend en gebruikt, waardoor de risico’s toenemen dat het middel in het milieu terechtkomt.
  • Er dient een meetsysteem met de verpakkingen van vloeistoffen (enkel de vloeistoffen die moeten worden verdund) of middelen die in poeder- of korrelvorm aangeboden worden te worden verschaft teneinde een nauwkeurige en gemakkelijke dosering mogelijk te maken. Het meetsysteem dient gradaties te hebben, waardoor in twee keer hoeveelheden product kunnen worden gemeten die overeenstemmen met realistische behandelingsoppervlaktes in tuinen voor amateurgebruikers. De eenheden van de meetsystemen zullen moeten worden aangepast aan de fysische vorm van het middel (gradaties in milliliters voor de vloeibare formuleringen en in gram voor de vaste formuleringen).
  • In geval van een vaste formulering die gepaard gaat met een meetsysteem met gradaties in milliliters, kan er evenwel een conversiefactor worden aanvaard. Voor elk gebruik dient de conversie te worden vermeld. Bijvoorbeeld: gazon: 20 g/10 m² (20 g = 35 mL in het meetsysteem). Dit is niet noodzakelijk voor de producten die bv. worden aangeboden in wateroplosbare zakjes of in tabletvorm.

De toelatingsnummers (die op het etiket moeten worden vermeld) voor deze producten verschillen duidelijk van de toelatingsnummers voor de producten voor professioneel gebruik. Ze zijn voorzien van  XXXXG/B nummers, de producten voor professioneel gebruik zijn voorzien van XXXXP/B nummers. Dit onderscheid is een bescherming teneinde te voorkomen dat er producten voor professioneel gebruik aan niet-professionele gebruikers zouden worden verkocht.

Een product dat is toegelaten voor professioneel gebruik mag niet gratis worden aangeboden, mag niet worden verkocht en niet worden gebruikt door een niet-professioneel gebruiker.