Elke dag werken we samen met onze voeding kleine hoeveelheden gewasbeschermingsmiddelen naar binnen die zijn achtergebleven bij de behandeling van de gewassen.
De mogelijkheid van een vergiftiging als gevolg van deze residuen wordt geschat vóór het gewasbeschermingsmiddel op de markt wordt gebracht door de combinatie van een normale voeding en het maximale toegestane residugehalte. Er wordt uiteraard geen enkel product met een onaanvaardbaar risico voor de mens toegelaten op de markt.
In het kader van het federale reductieplan voor pesticiden wordt de inschatting van de risico's als gevolg van het innemen van residuen van gewasbeschermingsmiddelen samen met de voeding, ook geëvalueerd op basis van de daadwerkelijk waargenomen hoeveelheden in de voedingsproducten die wordt gecontroleerd op de Belgische markt. In 2006 werd een studie besteld bij CERVA-CODA om de evaluatiemethode te ontwikkelen van de risico's op basis van de in België beschikbare gegevens. Deze methode werd overgenomen en ontwikkeld door het FAVV, dat regelmatig een ex-postanalyse produceert van de voedingsrisico's die in verband gebracht kunnen worden met pesticiden. De verkregen indexen staan vermeld in de boordtabel.
Beschikbaar document:
- Studierapport 2006 : De Voghel en Pussemier, 2006 (Consumers exposure to pesticide residues)
- FAVV-rapporten