Evaluatie van wetenschappelijke publicaties

We brengen studies, gepubliceerd in wetenschappelijke literatuur door (onafhankelijke) onderzoeksinstellingen, zoveel mogelijk in rekening, ook al is dat niet altijd evident. Enerzijds vindt dit structureel plaats. Onafhankelijke wetenschappelijke publicaties over het middel en de werkzame stof in kwestie moeten in rekening worden gebracht bij de evaluatie van een aanvraagdossier. Bij de regelmatige herziening van de beoordeling van de werkzame stoffen, wordt dit telkens opnieuw bekeken. Anderzijds worden de alarmerende publicaties ook dadelijk na publicatie onderzocht.

Het is voor de overheid onmogelijk om voortdurend alle nieuwe publicaties te evalueren. Daarom gebeurt de evaluatie van de wetenschappelijke publicaties bij de aanvraag tot vernieuwing van de goedkeuring van de werkzame stof. Indien onaanvaardbare effecten worden aangetoond, zal actie worden ondernomen, bijvoorbeeld door aanpassing of intrekking van de toelating. Indien twijfel blijft bestaan, kan de toelatingshouder ook worden gevraagd om bijkomende informatie te leveren of om een gepaste studie uit te voeren. Bij monitoringsstudies (regelmatige analyses van bodem, lucht, water, …) zal worden nagegaan of de teruggevonden concentraties schadelijk zijn of niet, en zo nodig worden de toelatingen aangepast of ingetrokken. De trend van de contaminatie wordt als het ware in de tijd opgevolgd.

Wetenschappelijke studies worden vaak uitgevoerd volgens afwijkende, innovatieve methodologieën, wat hen minder geschikt maakt voor onderlinge vergelijking of voor toetsing aan normen. Deze nieuwe methoden zijn waardevol, maar de resultaten zijn zeer moeilijk te vergelijken met studies die een andere methodologie gebruiken. Het is perfect mogelijk om met een nieuw type studie een bepaald effect aan te tonen voor één middel of één stof, maar die nieuwe informatie kan moeilijk te interpreteren en te vergelijken zijn omdat andere middelen of stoffen nog niet op die manier bestudeerd werden. Bovendien, vooraleer een nieuw type studie wettelijk verplicht wordt, moet de studie ook uitgebreid getest, geharmoniseerd en beschreven worden om betrouwbaar en reproduceerbaar te zijn.

Mogelijk kunnen met deze nieuwe methodes ook effecten worden aangetoond waarvoor er geen normen bestaan, omdat het onderzoek naar die effecten (nog) niet is voorgeschreven. Indien relevante effecten worden vastgesteld, zal de wetgeving uiteraard worden aangepast, maar zolang dit niet gebeurd is, kan er geen (wettelijk bindende) uitspraak gedaan worden over de aanvaardbaarheid van het effect.

Soms gebeurt het dat er een studie gepubliceerd wordt die schadelijke effecten aantoont onder omstandigheden die niet relevant zijn, bijvoorbeeld na toepassing van een dosis die veel hoger is dan de toegelaten dosis. Hierover kan evenmin uitspraak worden gedaan over het effect van het gewasbeschermingsmiddel bij gebruik aan de toegelaten (lagere) dosis. Of een stof al dan niet schadelijk is, hangt namelijk af van de dosis (“de dosis maakt het vergif”). Als de dosis hoog genoeg is, is alles uiteindelijk schadelijk. Als een studie bijvoorbeeld aantoont dat 10 pinten drinken per dag zeer schadelijk is voor de gezondheid, dan betekent dit niet automatisch dat het drinken van 1 pint per dag ook enorm schadelijk is. Hetzelfde geldt voor de effecten van gewasbeschermingsmiddelen. De omstandigheden in de studie moeten overeenkomen met de omstandigheden waaronder een stof wordt toegepast, om relevant te zijn.

Tenslotte, wanneer een wetenschappelijke studie een bepaald effect aantoont van een stof of product, moet dit resultaat ook worden afgewogen ten opzichte van het reeds beschikbare en uitgebreide aanvraagdossier. Dit dossier liet tenslotte toe te bevestigen dat het product voldoet aan de wettelijke normen. De studies in het dossier zijn robuust, hoog kwalitatief en tonen aanvaardbare resultaten, want deze zijn namelijk nodig om het product toe te laten, eventueel mits het opleggen van gebruiksbeperkingen en risicobeperkende maatregelen.