Publicatie van de Harmonised Risk Indicators (HRI’s) voor België: een interessante Europese invalshoek

De Europese Commissie heeft twee risico-indicatoren gedefinieerd om de evolutie van de op de markt gebrachte gewasbeschermingsmiddelen te kunnen analyseren. De eerste indicator (HRI1) is gebaseerd op de jaarlijkse verkoop van de producten en verdeelt de markt in vier groepen (en zeven categorieën) volgens hun gevarenprofiel. Analyse van de evolutie van de verkoop ten opzichte van de referentieperiode 2011 – 2013 toont aan dat de verkoop van weinig gevaarlijke producten stijgt (+35% in 2017), terwijl die van gevaarlijke producten terugloopt (-91% in 2017). Om de HRI1-indicator voor een bepaald jaar te berekenen, wordt de verkochte hoeveelheid eerst verzwaard volgens het gevarenprofiel, waarna de waarden worden samengeteld en vergeleken (%) met de gemiddelde waarden voor de periode 2011 – 2013. Zo geeft de HRI1-indicator een beeld van het risico dat de marktsegmentatie weerspiegelt met nadruk op de gevaarlijkste groepen. Zo is het risico in België gedaald (-29% in 2017).

De tweede indicator (HRI2) is gebaseerd op het aantal noodtoelatingen (120 dagen toelatingen) dat per land wordt afgeleverd. De wetgeving voorziet in die toelatingen om producten op de markt te brengen om een uitzonderlijk fytosanitair probleem te verhelpen waarvoor geen enkele reguliere toelating werd afgeleverd. De HRI2-indicator groepeert de verkregen informatie op dezelfde manier als de HRI1-indicator. De HRI2-indicator geeft dus de veelheid van die noodtoelatingen weer, en laat die van relatief gevaarlijke productgroepen zwaarder doorwegen. Zo is het berekende risico 92% hoger dan dat van 2011 – 2013 en 40% lager dan dat van 2016.

De resultaten en meer uitleg over de indicatoren en de opbouw ervan zijn beschikbaar op onze website.

Deel deze pagina