Residuen

Residuen zijn restanten van gewasbeschermingsmiddelen die achterblijven in of op ons voedsel, zoals op groenten en fruit, maar ook in producten van dierlijke oorsprong. Die residuen mogen geen onaanvaardbare gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Daarom worden er maximale residulimieten (MRL’s) vastgelegd en dit op een zo laag mogelijk niveau, rekening houdend met de goede landbouwpraktijk (GAP). MRL’s zijn dus in eerste instantie geen veiligheidsnormen, maar grenswaarden waar residugehalten zeker onder blijven als de gewasbeschermingsmiddelen op de wettelijk toegelaten manier worden gebruikt. Een overschrijding van de MRL’s betekent dus niet noodzakelijk dat er een probleem is voor de consument, maar dat de landbouwer bijvoorbeeld een te hoge dosis heeft gebruikt of te laat in het seizoen heeft gespoten. Voedingsmiddelen die minder residuen bevatten dan de wettelijk bepaalde MRL’s zijn veilig voor de consument.

Voor wat residuen betreft zijn de gegevensvereisten voor de gewasbeschermingsmiddelen identiek aan de gegevensvereisten voor de werkzame stoffen. Deze gegevensvereisten en de evaluatiemethode worden nader beschreven in deel 6 van Verordening (EU) Nr. 283/2013.

De gegevensvereisten inzake residuen in of op behandelde producten, levensmiddelen en dierenvoeders omvatten het volgende:

  1. Stabiliteit van residuen bij opslag
  2. Metabolisme, verdeling en uitdrukkingsvorm van residuen
  3. Proeven om de omvang van residuen te bepalen bij planten
  4. Onderzoek naar vervoedering
  5. Effecten van verwerking
  6. Residuen in volggewassen
  7. Voorgestelde residudefinities en maximumresidugehalten
  8. Voorgestelde veiligheidsintervallen (bv. wachtperiode vóór oogst)
  9. Schatting van de potentiële en werkelijke blootstelling via de voeding of via andere bronnen
  10. Overig onderzoek (bv. residugehalte in pollen en bijenproducten)