De beoordeling van werkzame stoffen – zowel de herziening van bestaande werkzame stoffen als de evaluatie van nieuwe werkzame stoffen – gebeurt op Europees vlak onder Verordening (EG) nr. 1107/2009. Het is aan de fytofarmaceutische industrie om de nodige gegevens voor te leggen die aantonen dat een werkzame stof veilig kan worden gebruikt in termen van gezondheid voor de mens (inbegrepen eventuele residuen in de voedselketen), dier en milieu. Hierbij wordt minstens één representatief gebruik van een representatieve formulering met de werkzame stof in kwestie onderzocht.
In 1993 werd door de Europese Commissie een herzieningsprogramma opgestart voor alle werkzame stoffen gebruikt in gewasbeschermingsmiddelen die waren geregistreerd binnen de EU. Deze herziening gebeurde volgens de Europese Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. Deze richtlijn had tot doel de evaluatieprocedure en het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen in de landen van de EU te harmoniseren. Sindsdien beslist de Europese Commissie na raadpleging van het ‘Permanent Comité voor Planten, Dieren, Levensmiddelen en Diervoeders’ over het al dan niet toelaten van werkzame stoffen in de lidstaten van de EU (meer info onder procedure).
Een positieve lijst van goedgekeurde werkzame stoffen (Verordening 540/2011) werd opgesteld en deze wordt telkens aangepast wanneer een nieuwe werkzame stof wordt goedgekeurd of een goedkeuring wordt ingetrokken. Bijhorende voorwaarden (bijv. geldigheidstermijn van de goedkeuring, minimale zuiverheidsgraad, maximale gehaltes aan relevante onzuiverheden en eventuele toepassingsbeperkingen) worden eveneens vermeld in deze lijst. EU-lidstaten mogen enkel toelatingen verlenen voor gewasbeschermingsmiddelen waarvan de werkzame stof(fen) is (zijn) goedgekeurd.
U kan de status van alle werkzame stoffen (goedgekeurde en niet goedgekeurde) raadplegen in de Europese databank van pesticiden.