Behandelde zaaizaden

Behandelde zaaizaden zijn zaden behandeld met een zaadbehandelingsmiddel. De zaden zijn dan beschermd tegen bepaalde vijanden.

Op basis van de Europese Verordening 1107/2009 mogen behandelde zaaizaden enkel worden ingevoerd en uitgezaaid indien het gewasbeschermingsmiddel waarmee de zaden behandeld werden hiervoor was toegelaten in minstens één Europese lidstaat. De behandeling van zaaizaden in België is enkel toegestaan met een gewasbeschermingsmiddel dat hiertoe in België zelf is toegelaten. U kan de lijst van toegelaten gewasbeschermingsmiddelen hier consulteren.

De behandelde zaaizaden zelf genieten in Europa van het vrij verkeer van goederen. Zelfs als het zaadbehandelingsmiddel inmiddels niet langer toegelaten is, bijvoorbeeld door intrekking van de nationale toelating of de goedkeuring van de werkzame stof op Europees vlak, mogen behandelde zaden nog steeds worden ingevoerd en/of uitgezaaid in België of eender welke andere lidstaat, en dit zonder beperking in de tijd. Het zaadbehandelingsmiddel diende alleen toegelaten te zijn op het moment van behandeling in de lidstaat waar de behandeling plaatsvond. Hierop bestaan twee uitzonderingen:

  1. Indien de Europese goedkeuring van de werkzame stof voorschriften bevat voor de verhandeling of het uitzaaien van de behandelde zaaizaden, dan zijn deze uiteraard wel van toepassing.
  2. Indien de behandeling van het zaaizaad werd toegelaten door middel van een noodtoelating, dan is wel steeds een Belgische noodtoelating vereist voor het uitzaaien van het behandelde zaad op het Belgische grondgebied.

Etikettering

De begeleidende etiketten van behandelde zaaizaden moeten voorzien zijn van de handelsbenaming van het betrokken gewasbeschermingsmiddel, de werkzame stof, waarschuwingszinnen en eventuele risicobeperkende maatregelen.

Omdat de verplichte vermeldingen niet zo eenduidig vastliggen wordt op Europees vlak gewerkt aan een verduidelijkend richtsnoer. Doordat de behandelde zaden vrij kunnen circuleren is het belangrijk te werken aan geharmoniseerde regels. Op Belgisch vlak werd overeengekomen om de verplichte vermeldingen als volgt te interpreteren:

  • handelsbenaming van het betrokken gewasbeschermingsmiddel: de naam van het gewasbeschermingsmiddel zoals toegelaten in het land waar de behandeling plaatsvindt en, indien nodig, de voornaamste andere commerciële benamingen van dit gewasbeschermingsmiddel in andere landen, om zo de transparantie voor de eindgebruiker te verhogen
  • De naam van de werkzame stof(fen) en de eventuele risicobeperkende maatregelen zijn deze zoals vermeld op de toelatingsakte van het betrokken gewasbeschermingsmiddel
  • Waarschuwingszinnen: hieronder worden de afgesproken waarschuwingszinnen weergegeven die speciaal werden ontwikkeld in dit opzicht:
    "De bescherming van deze zaden wordt uitgevoerd volgens een overeengekomen industrie-kwaliteitsnorm. Om uw eigen veiligheid en het milieu te beschermen, moeten de volgende voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen:
    • Algemeen: Gebruik geen behandeld zaad voor menselijke of dierlijke consumptie of voor andere verwerking. Buiten bereik van kinderen en dieren houden. Behandel verpakkingen met zaad voorzichtig. Vermijd contact met de huid en ademhalingswegen en draag beschermende kleding gedurende handelingen met het behandelde zaad en het schoonmaken van zaaiapparatuur. Was handen en blootgestelde huid vóór maaltijden en na het werk. Bedek of verwijder gemorst zaad. Houd behandelde zaden weg van oppervlaktewater.
    • Voor het zaaien: Vermijd blootstelling aan stof wanneer de zakken worden geopend, en bij het vullen of leegmaken van de zaaimachine. Breng bij het vullen het eventueel aanwezige stof uit de zaaizaadzak niet over in de zaaimachine. Behandel het reeds behandelde zaaizaad niet met andere producten.
    • Bij het zaaien: Wanneer een pneumatische zaaimachine met vacuüm wordt gebruikt, moet de luchtstroom met eventueel daarin aanwezig stof van behandeld zaad naar het grondoppervlak of in de grond worden gericht via zogenaamde deflectoren. Zaai de aanbevolen hoeveelheid zaad. Om vogels en zoogdieren te beschermen moeten behandelde zaden volledig in de bodem worden ondergewerkt, ook aan het begin en einde van de rij.
    • Na het zaaien: Laat geen lege zakken of behandelde zaden onbedekt achter in het milieu. Verwijder ze volgens lokaal geldende voorschriften. Zorg er voor dat restanten behandeld zaad weer in de originele zaken worden gedaan. Gebruik lege zaaizaadzakken niet voor andere doeleinden."
  • Deze waarschuwingszinnen worden aangevuld met deze symbolen:
    Gebruik geen behandeld zaad voor menselijke of dierlijke consumptie of voor andere verwerkingBuiten bereik van kinderen en dieren houdenWanneer een pneumatische zaaimachine met vacuüm wordt gebruikt, moet de luchtstroom met eventueel daarin aanwezig stof van behandeld zaad naar het grondoppervlak of in de grond worden gericht via zogenaamde deflectorenVermijd contact met de huid en ademhalingswegen en draag beschermende kleding gedurende handelingen met het behandelde zaad en het schoonmaken van zaaiapparatuurWas handen en blootgestelde huid vóór maaltijden en na het werkHoud behandelde zaden weg van oppervlaktewater
  • Risicobeperkende maatregelen: de erkenning van welbepaalde gewasbeschermingsmiddelen voorziet specifieke maatregelen die ook op de zak van het behandelde zaad moet voorkomen.
  • Bescherming van waterorganismen: zoals voor de andere toepassingswijzen van gewasbeschermingsmiddelen (spuiten, toepassing met granulaten, etc.) moet de toepasser een minimale bufferzone van 1 meter aanhouden ten opzichte van oppervlaktewater. Op de verpakking van de zaaizaden moet daarom volgende risicobeperkende maatregel worden vermeld: ‘Voor de bescherming van waterorganismen mag behandeld zaaizaad niet gezaaid worden op minder dan 1 meter afstand van oppervlaktewater.’. In België is deze maatregel voorzien voor alle gewasbeschermingsmiddelen.

Voor specifieke producten zoals bepaalde insecticiden staan bijkomende vermeldingen op de toelatingsakte. Daarbij kan het noodzakelijk zijn dat die vermeldingen ook uitdrukkelijk vermeld worden op de zakken van behandeld zaaizaad omdat ze van belang zijn bij het inzaaien van het behandelde zaaizaad. Bijvoorbeeld volgende specifieke zin voor de bescherming van bijen:

  • SPe8: Gevaarlijk voor bijen en hommels. Om bijen en andere bestuivende insecten te beschermen, mag u geen teelt opstarten die bezocht kan worden door bijen of hommels als alternatief gewas in het geval van vroege vernietiging van het behandelde gewas. De behandelde zaaizaden mogen slechts van juli tot december gezaaid worden.

De wetgeving zal op deze manier worden toegepast en gecontroleerd. Alle verpakkingen van behandelde zaaizaden moeten hier dus aan voldoen. Dit betreft alle behandelde zaaizaden die op de markt worden gebracht, ongeacht door wie de behandeling wordt uitgevoerd, dus zowel de Belgische en buitenlandse zaadverwerkingsbedrijven als de loontrieerders. Ook bij rechtstreekse verkoop aan individuele landbouwers dienen de verpakkingen hieraan te voldoen.