Kleine teelten en toepassingen

Kleine teelten

De kleine teelten hebben een aantal specifieke kenmerken:

  • ze zijn heel divers (van kruiden tot sierteelten)
  • ze hebben een hoge toegevoegde waarde
  • ze worden geteeld op een beperkte oppervlakte
  • er zijn relatief weinig gewasbeschermingsmiddelen toegelaten in deze teelten

Voorbeelden van kleine teelten zijn onder andere sierplanten, bieslook en frambozen.

De gewassen die in België worden beschouwd als ‘kleine teelten’ zijn aangeduid in de lijst van de gewassen (‘minor use’). Alle toepassingen in deze gewassen worden beschouwd als kleine toepassingen.

Alle toepassingen in een andere teelt worden niet als klein beschouwd tenzij in specifieke gevallen op vraag van de landbouwsector en na aanvaarding van de argumentatie door het Erkenningscomité.

De lijst van gewassen vindt u hier (onderaan 'Lijsten raadplegen').

Kleine toepassingen

Naast kleine teelten bestaan er ook ‘kleine toepassingen’, het gaat dan om een toepassing van een gewasbeschermingsmiddel in een ‘grote’ teelt voor de bestrijding van een plaag of ziekte die slechts sporadisch voorkomt. Of een toepassing onder deze noemer valt, wordt geval per geval beoordeeld door het Erkenningscomité.

Kleine toepassingen die reeds door het Comité aanvaard werden:

  • bestrijding van bacterievuur (Erwinia amylovora) in appel en peer
  • bestrijding van appelviltgalmijt (Eriophyes mali) in appel
  • bestrijding van perengalmijt (Eriophyes pyri) in peer
  • bestrijding van knolcyperus (Cyperus esculentus) in maïs
  • bestrijding van maïsboorder (Ostrinia nubilalis) in maïs