Leg geen verharding (terras, tuinpaadjes, ...) aan die u niet gebruikt, want hier zal zeker onkruidgroei optreden. Hoe vaker een verharding wordt betreden en geveegd, hoe minder ongewenste plantengroei. Planten hebben immers rust nodig om te groeien. Beperk ook de niveauverschillen in uw verharding: de wind blaast organisch materiaal in de hoekjes en kantjes en zorgt ervoor dat daar onkruid gaat groeien. Hoe meer voegen en hoe dieper ze zijn, hoe meer ruimte er is voor wortels en dus voor onkruid.
Kies uw planten in functie van de standplaats in de tuin: hou rekening met het bodemtype (zand, zandleem, leem of klei), de vochtigheid, de lichtinval (zon, halfschaduw, schaduw), de eventuele wind of luwte. Een gezonde beplanting kan een ziekte of plaag makkelijk de baas.
Zorg voor gezonde planten in uw moestuin, bijvoorbeeld door aan vruchtwisseling en bodemzorg te doen. Een ideale moestuin heeft minimaal 6 percelen. Kolen en erwten, bijvoorbeeld, mogen pas na 6 jaar weer op hetzelfde perceel. Door deze vruchtwisseling worden belagers ontmoedigd omdat ze vaak oninteressante groenten wordt aangeboden. Bodemzorg betekent dat u de bodem gezond houdt, bijvoorbeeld door compost te gebruiken om de planten te voeden. Zorg er ook voor dat de bodem altijd bedekt is met plantengroei of een mulchlaag.
Kies ten slotte voor alternatieve gewasbeschermingsmiddelen.