De inhoud van toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen

Update 21/12/2022

Sinds kort gebruiken we een nieuwe IT-tool om de toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen op te stellen.

Onder meer de lay-out van de akte werd gedeeltelijk aangepast, bepaalde rubrieken werden toegevoegd en in sommige gevallen werd de informatie geherformuleerd. Een overzicht hieronder toont de meest voorkomende aanpassingen. Dit kan toelatingshouders helpen om de vergelijking te maken tussen de huidige en de nieuwe akte. Eveneens wordt er een antwoord gegeven op de meest gestelde vragen.

Algemeen

  • Het voormalige dossiernummer wordt vervangen door een automatisch gegenereerd dossiernummer dat voor elke nieuwe aanvraag voor een product verschillend zal zijn. Het dossiernummer van de oorspronkelijke aanvraag tot toelating wordt omgevormd tot het toelatingsnummer na toelating. Daaropvolgende aanvragen voor hetzelfde gewasbeschermingsmiddel ontvangen elk een onafhankelijk dossiernummer.
  • Vanaf 1 januari 2025 dient in de volledige distributieketen het etiket van uw product overeen te komen met de akte afgeleverd in 2022 in het nieuwe formaat. Eventuele andere aanpassingen van de toelatingsakte, bv. ten gevolge van Europese wetgeving of van een aanvraag door de toelatingshouder, moeten nog steeds worden doorgevoerd binnen de standaardtermijn van 18 maanden na het einde van het jaar waarin de aanpassingen werden doorgevoerd aan de toelating.

Bedrijfsgegevens toelatingshouder

  • Als de toelatingshouder gekend is in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), dan worden de gegevens overgenomen uit de KBO. Zowel de adresgegevens als de rechtsvorm worden op de akte onder de naam van de toelatingshouder weergegeven. Eventuele aanpassingen dienen via de KBO te gebeuren. Nu wordt de rechtsvorm van de firma voluit vermeld onder de bedrijfsnaam in de taal van de akte. De afkortingen zullen op een latere versie van de akten worden opgenomen.
  • Bij bepaalde toelatingshouders bevatten de adresgegevens in de KBO ‘extra adresinfo’. Momenteel wordt deze ‘extra adresinfo’ nog niet vermeld op de akte. In de toekomst zal deze ook mogelijks op de akte worden vermeld.

Etikettering

  • Het signaalwoord 'Avertissement' werd op de Franstalige aktes vervangen door 'Attention'. 'Attention' wordt vermeld in de CLP Verordening (Verordening (EG) Nr. 1272/2008), maar deze werd niet correct overgenomen in onze vroegere database. In het Nederlands blijft dit 'Waarschuwing' en in het Engels 'Warning'.
  • De bewoording van de zinnen P260 en P261 werd zo nodig aangepast. Er wordt nu rekening gehouden met alle manieren waarbij inademing van het product kan optreden. Zo kan er bij vloeibare formuleringen bij het openen van de verpakking en bij het mengen/laden blootstelling ontstaan via de damp, terwijl er tijdens de toepassing via bespuiting blootstelling kan ontstaan via spuitnevel.
  • Als er een hulpstof op het etiket moet worden vermeld in overeenstemming met artikel 18, paragraaf 3 b van de CLP-Verordening (productidentificatie van een mengsel), dan is ‘Te vermelden co-formulanten:’ aanwezig op de akte. Deze wordt niet meer weergegeven als er geen hulpstoffen moeten worden vermeld. Merk op dat de werkzame stoffen steeds op het etiket van gewasbeschermingsmiddelen moeten worden vermeld, ongeacht hun bijdrage tot de indeling van het mengsel, en daarom niet afzonderlijk vermeld worden in deze rubriek van de CLP-etikettering.
  • Er zijn twee versies van de zin P302 + P352: ‘BIJ CONTACT MET DE HUID: met veel water/… wassen’ (de Europese verordening laat toe om bepaalde P-zinnen aan te passen). De versie die van toepassing is wordt bepaald door de gevarenindeling van het product.
    Indien de etikettering H314/H315/H317 van toepassing is, dient in de zin P302 + P352 te worden gespecificeerd '[…] met veel water wassen gedurende ten minste 15 minuten'. Indien de zin H310/H311/H312 van toepassing is, luidt de versie: '[…] met veel water en zeep wassen gedurende ten minste 15 minuten'.
  • Een aantal waarschuwings- en SP-zinnen werden gestandaardiseerd, waardoor deze zinnen kunnen afwijken ten opzichte van vroegere aktes. Hierbij werd er echter wel rekening mee gehouden dat de betekenis niet of zo min mogelijk wijzigt. Voorbeelden hiervan zijn de zin SPe8 en zinnen met beperkingen omtrent volg- en vervanggewassen.
  • Een standaard SPa1-zin werd toegevoegd bij de middelen die een werkzame stof bevatten waarvoor een resistentiecode (HRAC/IRAC/FRAC) beschikbaar is. Reeds aanwezige vermeldingen met betrekking tot resistentie werden eveneens vervangen door deze standaard SPa1-zin.
  • De zinnen P330 (‘De mond spoelen’) en P331 (‘GEEN braken opwekken’) stonden vroeger vaak afzonderlijk maar moeten in feite altijd gecombineerd worden met P301 (‘NA INSLIKKEN:’) want als alleenstaande zinnen hebben die geen betekenis. Daarnaast wordt de P331 niet meer vermeld zonder de P330, wat leidt tot de  combinatie P301+P330+P331.
  • De zin SPo ‘Na de behandeling de percelen/oppervlakken pas opnieuw betreden nadat de spuitvloeistof is opgedroogd’  is standaard voor alle spuittoepassingen, behalve bij vooropkomst-gebruiken en druppelirrigatie.
  • De wettelijk correcte versie van de zin P280 inzake persoonlijke beschermingsmiddelen luidt '[beschermingsmiddelen] dragen' maar de alternatieve versie 'Draag [beschermingsmiddelen]' is evenwaardig.

GAP

  • De toepassingsstadia van de teelten (BBCH-codes) en de vijanden werden geharmoniseerd. Op het etiket mag een eenvoudigere versie van de BBCH-codes worden vermeld.
    Aangezien de stadia '0' niet altijd bestaan in praktijk werden deze vervangen door stadia 'X1' (bv BBCH 51-59 ipv BBCH 50-59).
  • Om eenduidig aan te geven binnen welke toepassingsstadia van de teelt een product mag worden toegepast, werden de vermeldingen 'voor'/'tot'/'na'/'vanaf'/'<'/'>' geweerd en wordt voortaan uniform gebruik gemaakt van de symbolen '≥' en '≤'. Zo wordt eenduidig aangegeven dat de toepassing eveneens in het vermelde stadium mag gebeuren. Bv:
    • 'Tot BBCH 15' wordt op de akte: '≤ BBCH 15'.
    • 'Vanaf BBCH 15' wordt op de akte: '≥ BBCH 15'.
    • 'Voor de bloei (< BBCH 60)' wordt op de akte ≤ BBCH 59.
    • 'Na de bloei (> BBCH 70)' wordt op de akte '≥ BBCH 71'.
  • Indien er bij gewastype 'alle' staat vermeld, dan betekent dit dat er geen beperking wordt opgelegd voor de manier waarop het gewas wordt geteeld. Het betrokken gewasbeschermingsmiddel mag bijgevolg worden gebruikt in het vermelde gewas ongeacht de teeltmethode.
  • Het aantal toegelaten toepassingen wordt altijd vermeld.
  • Indien het product enkel curatief mag worden toegepast, dus in aanwezigheid van de plaag of symptomen, wordt dit niet (meer) vermeld. Wanneer een product preventief toegepast moet worden of wanneer andere voorwaarden met betrekking tot het toepassingsstadium van de vijand gelden, wordt dit wel vermeld.
  • De gebruiken 'Gewone bernagie consumptie van bloemen (open lucht)' en 'Gewone bernagie consumptie van bloemen) (onder bescherming)' worden vervangen door teelt 'eetbare bloemen (consumptie bloemen)'.
  • Gezien de definitie van de teelt 'aardappelpootgoedteelt' aan het einde van de akte, mag bovenmaats pootgoed verkocht worden voor consumptie en moet derhalve dezelfde wachttijd als voor consumptieaardappelen gerespecteerd worden.
  • De zin 'Om gewasbeschadiging te voorkomen is het aangeraden een test te doen op enkele planten alvorens het volledige veld te behandelen.' werd toegevoegd aan sommige teelten. Deze zin wordt sinds enige jaren toegevoegd voor alle aromatische en medicinale kruiden, babyleaf, tuinkers, waterkers, zeeaster, tuinmelde en warmoes, omdat er niet steeds voor al deze teelten selectiviteitsstudies beschikbaar zijn. Bovendien zijn voor de uitbreidingen voor kleine teelten geen werkzaamheids- of selectiviteitsstudies voorgeschreven door Verordening 1107/2009.
  • Sierplanten, -bomen en -heester krijgen niet langer de vermelding 'niet geschikt voor consumptie'. Deze vermelding werd opgenomen in de beschrijving van de teelten op het einde van de akte.
  • Voor appelbomen en perenbomen wordt nu 'ha haag' gebruikt ipv. 'ha fruitboomhaag' voor meer uniformiteit. Verouderde verwijzingen naar ‘ha standaardboomgaard’ werden geschrapt.
  • De teelt 'boomkwekerij' werd vervangen door 'sierbomen en -heesters', maar zoals de definitie van de teelt aangeeft mogen middelen toegelaten in deze teelt ook gebruikt worden voor de opkweek van fruitbomen en -heesters voor zover deze nog niet op hun definitieve plaats staan en de vruchten niet geoogst worden.
  • De dosisuitdrukking kg/100 l of l/100 l wordt niet meer gebruikt (noch voor steenfruit, noch voor hoogstamboomgaarden).
  • Nevenwerking/secundaire werking of informatie betreffende werkzaamheid wordt beschouwd als vulgarisatie en staat niet meer op de akte. De toelatingshouder mag evenwel dergelijke informatie  op het etiket vermelden. Wat de informatie over mogelijke resistentie betreft, is het de verantwoordelijkheid van de toelatingshouder om resistentiebeheer op het etiket toe te lichten in gevallen waarin resistentiebeheer (in de breedste zin van het woord, bv. gevoeligheid voor echte meeldauw) vereist is. Daarom wordt sterk aanbevolen om naast het nummer van de werkingswijze ook advies over resistentiebeheer op het etiket van het product te vermelden, overeenkomstig de aanbevelingen van de comités voor resistentiebestrijding (RAC's). De formulering van dit advies inzake resistentiebeheer moet in overeenstemming zijn met eventuele opmerkingen die in het kader van de beoordeling van de doeltreffendheid zijn gemaakt.

Derdenuitbreidingen

  • Voor gewassen die zijn opgenomen in de bijlage "Uitbreiding van de toelating voor kleine toepassingen", ligt de verantwoordelijkheid voor het gebruik bij de gebruiker. Voor alle andere gewassen ligt de verantwoordelijkheid voor het gebruik bij de toelatingshouder. Bovendien zal, indien voor eenzelfde gewas bepaalde vijanden niet door de toelatingshouder worden gesteund, het gewas dubbel worden vermeld. Zo zal het gewas met de niet-ondersteunde vijanden worden aangetroffen in de rubriek toepassingen onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker, maar ook in de categorie "Toepassingen" met de door de toelatingshouder ondersteunde plagen.

Etiket/Bijsluiter op de verpakking

  • De toelatingsakte is een model dat toelaat een etiket op te stellen dat inhoudelijk gelijkwaardig moet zijn maar kan afwijken qua bewoordingen, volgorde, lay-out, zinsconstructie, ...
  • Enkel de wettelijk vastgelegde CLP-zinnen moeten letterlijk worden overgenomen, behalve uiteraard wanneer “(in te vullen door fabrikant)” vermeld staat bij een P-zin (b.v. P370 + P378). Met het oog op een logische en heldere communicatie van de veiligheidsaanbevelingen mag de volgorde van de P-zinnen afwijken van deze op de akte. Tenslotte is het niet verplicht om de code van H-, P- en EUH-zinnen op het etiket te vermelden.
  • Het is toegestaan gewone benamingen van de teelten te gebruiken, zolang deze begrijpelijk zijn voor de gebruiker en niet in tegenspraak zijn met de toelating. De Latijnse namen werden toegevoegd ter verduidelijking maar moeten niet op het etiket worden overgenomen.
  • Een toelatingsakte bevat een omschrijving van de teelten. Deze moeten niet worden overgenomen op het etiket.
  • Als de risicobeperkende maatregelen 'Geen bufferzone ten opzichte van oppervlaktewater' zijn, moet er geen vermelding op het etiket worden geplaatst.
  • Een dossiernummer moet niet worden vermeld op het etiket.
  • Vanaf 1 januari 2025 moet de toepassingstechniek op het etiket worden vermeld zoals dit op de toelatingen staat.

Verpakkingen

  • Alle toegelaten verpakkingen worden op de toelating vermeld.
  • Voor een verpakking boven 3 liter spreken we over een jerrycan in plaats van een fles.