Onze dienst heeft in samenwerking met OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) en DGOARNE-DSD (Département du Sol et des Déchets - Waals gewest) onderzocht of plagsel afkomstig van bos- en heidegrond kan gebruikt worden als bodemverbeterend middel of voor de productie van bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten.
Bij het afgraven van bos-en heidegrond worden twee stromen onderscheiden, plagsel en chopper. Het verschil tussen deze stromen is dat er bij plagsel een dikkere laag wordt afgegraven dan bij chopper. Dit heeft tot gevolg dat plagsel ook grond bevat, terwijl chopper voornamelijk uit resten van plantaardig materiaal bestaat.
Het Agentschap Natuur en Bos heeft beide stromen laten onderzoeken door het ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek). Uit dit onderzoek bleek dat beide stromen stabiel genoeg zijn om gebruikt te worden als grondstof voor gemengde (organische of organisch-minerale) bodemverbeterende middelen of teeltsubstraten. In sommige gevallen dient het plagsel vooraf te worden afgezeefd om het organische stofgehalte te verhogen.
Op gewestelijk niveau is er een grondstofverklaring afgeleverd door OVAM (of een gebruikscertificaat afgeleverd door DSD) nodig voor zowel chopper als plagsel omdat het hier gaat over een afvalstroom bij werken in bos- en heidegebied.
Op federaal niveau valt chopper onder ‘plantenvezel’ aangezien het voornamelijk bestaat uit resten van plantaardig materiaal. Plantenvezel is opgenomen in het Koninklijk Besluit van 28/01/2013 betreffende het in de handel brengen en het gebruiken van meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten als toegelaten grondstof voor gemengde organische/organisch-minerale bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten.
Plagsel daarentegen bevat ook grond en valt bijgevolg niet onder ‘plantenvezel’. Om bodemverbeterende middelen of teeltsubstraten die plagsel bevatten in België te kunnen verhandelen moet er daarom een aanvraag tot ontheffing voor het plagsel ingediend worden bij onze dienst.
Een geldige grondstofverklaring is een vereiste voor het bekomen van een ontheffing. Bovendien dient het plagsel ten minste 25 % organische stof op de droge stof te bevatten en dient het te voldoen aan de normen voor zware metalen, zoals vastgesteld voor gemengde organische en organisch-minerale bodemverbeterende middelen in het Koninklijk Besluit van 28/01/2013 (zie bijlage I, hoofdstuk III, A.12 en A.13).