Het federale reductieplan voor gewasbeschermingsmiddelen past talloze acties toe die inspelen op de oorzaken van het opduiken van de risico's. Deze acties willen op een duurzame wijze de gebruiken, gedragingen, structuren en referenties bijsturen die bepalend zijn voor het opduiken en/of het blijven bestaan van risicosituaties.
Dit heeft tot op heden geleid tot de volgende resultaten:
- Fytolicentie: acties die erop gericht zijn om professionals een certificering en een onderhoud te garanderen van kennis nodig bij de manipulatie of bij het verstrekken van adviezen met betrekking tot het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
- Ondersteuning aan biopesticiden: gewasbeschermingsmiddelen die minder risico's inhouden, moeten versneld op de markt gebracht kunnen worden, met name voor de biologische landbouw.
- Traceerbaarheid: alle maatregelen die worden genomen, met name door het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen), om de opvolging te kunnen garanderen van de gewasbeschermingsmiddelen vanaf hun binnenkomst in België tot aan de eindgebruiker.
- Splitsing van gewasbeschermingsmiddelen: invoeren van een onderscheid op de markt tussen gewasbeschermingsmiddelen voor professioneel gebruik en producten bestemd voor liefhebbers.
- Controle van de spuittoestellen: periodiek controlesysteem van het materieel waarmee gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast
- Fytolokaal: systeem voor controle van lokalen waarin gewasbeschermingsmiddelen worden opgeslagen bij professionele gebruikers.