Bijen

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan leiden tot een risico voor bijen en andere bestuivende insecten die in aanraking komen met behandelde gewassen of de omliggende planten (onkruid of naburige teelten). Gewasbeschermingsmiddelen, op basis van bv. neonicotinoïden, kunnen invloed hebben op de overleving en het gedrag van bijen.

De impact op de bijen wordt beoordeeld in het kader van de toelating van gewasbeschermingsmiddelen. Om deze impact te verminderen, moeten risico-beperkende maatregelen toegepast worden door de gebruikers van bepaalde producten. De basis voor de risico-evaluatie voor bijen in België is het EFSA guidance document. Dit EFSA guidance document voor de bijen wordt op dit ogenblik herzien. Voor meer informatie rond deze herziening kan u terecht bij onze FAQ hierover. Hoe deze evaluatie in België specifiek gebeurt, kun je vinden in dit document.

Maatregelen om de bijen te beschermen

De risicobeperkende maatregelen van elk product, indien nodig, staan vermeld op het etiket van de verpakking van de gewasbeschermingsmiddelen. Hieronder zijn enkele voorbeelden van zinnen:

  • Gevaarlijk voor bijen en andere bestuivende insecten. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product niet in de buurt van in bloei staand onkruid.
  • Gevaarlijk voor bijen en andere bestuivende insecten. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen. Gebruik dit product dus niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Het product moet dus toegepast worden vroeg in de morgen of laat in de avond.
  • Gevaarlijk voor bijen en andere bestuivende insecten. Verwijder of bedek bijenkorven tijdens het gebruik van het product en gedurende [geef de tijdsduur aan] na de behandeling.

Mogelijke blootstellingsroutes

Mogelijke blootstellingsroutes van bijen aan gewasbeschermingsmiddelen

Opmerking: met ‘niet-Apis’ worden hommels en solitaire bijen bedoeld.

Bijen kunnen op verschillende manieren worden blootgesteld aan een gewasbeschermingsmiddel. De bovenstaande figuur illustreert alle gekende routes waarlangs een bij aan een gewasbeschermingsmiddel kan blootgesteld worden, tijdens en na toepassing op het veld.

Bijen worden meestal onderverdeeld in drie grote groepen, die zich verschillend gedragen in de natuur (zie ook de tabel hieronder):

  • Honingbijen: Deze ‘groep’ omvat maar één enkele soort, nl. Apis mellifera. Honingbijen leven in grote kolonies (duizenden tot tienduizenden individuen) samen in een bijenkorf. Hoewel wilde kolonies voorkomen, zijn honingbijen in Europa vooral een gedomesticeerde soort, die zijn nesten maakt in artificiële bijenkorven.  
  • Hommels: Deze groep bevat alle soorten van het genus Bombus. Hiervan komen in België een twintigtal soorten voor, waarvan Bombus terrestris de bekendste is. Deze soort wordt ook commercieel gekweekt o.a. om in te zetten als bestuiver in gewassen, maar de meeste soorten komen enkel in het wild voor. Hommels leven samen in kleinere kolonies (tientallen tot enkele honderden individuen), met één koningin. In tegenstelling tot honingbijen, overwintert een hommelkolonie niet, maar sterft deze af aan het einde van de zomer. Enkel de (nieuwe generatie) koninginnen overwinteren; zij zullen de volgende lente een nieuwe kolonie opstarten. De nesten van hommels kunnen zich zowel bovengronds (vb. in een holte in een boom) als onder de grond bevinden.
  • Solitaire bijen: Deze groep is taxonomisch het meest divers, en omvat ongeveer 400 soorten in België. Hoewel er een beperkt aantal soorten zijn die gekweekt worden (vb. Osmia bicornis), leven de meeste soorten in het wild. Solitaire bijen leven voornamelijk alleen. De soorten variëren sterk in grootte, en kunnen een verscheidenheid aan materialen gebruiken om hun nesten te maken (vb. modder, hout, bladeren en ander plantmateriaal).

De verschillende blootstellingsroutes weergegeven op de figuur gelden voor deze drie groepen, zij het in meer of mindere mate afhankelijk van de groep. Zo kan vb. blootstelling via de bodem voorkomen voor hommels en solitaire bijen, omdat ze daar hun nest kunnen maken, maar is deze route niet van belang voor honingbijen.

Illustraties Carolina Levicek, tabel ontwerp aangepast door Marlies Van Der Meiren van Freepik

Gewasbeschermingsmiddelen zijn natuurlijk niet de enige gevaren waar bijen mee te maken hebben in landbouwlandschappen, zo zijn er ook (natuurlijke) ziektes en parasieten, pesticiden gebruikt in de bijenteelt, bemestingsproducten, exotische invasieve soorten, klimaatverandering en fragmentatie en vermindering van habitat.